Medische Encyclopedie – Apotheek Boswijk – Utrecht

Apotheek Boswijk

Twijnstraat 28 3511 ZL Utrecht Tel:030 2310506

Medische Encyclopedie

Inhoud

Longontsteking

Wat is longontsteking?

Bij een longontsteking zijn de kleinere longbuisjes en de longblaasjes ontstoken.

Als u inademt gaat er lucht door een buis naar uw longen. Die buis heet de luchtpijp. Aan het eind splitst die zich in steeds kleinere buisjes (longbuisjes). Onder aan die buisjes zitten longblaasjes. De zuurstof in de lucht die u inademt, gaat vanuit de longblaasjes in uw bloed.

Een longontsteking komt meestal door een virus of een bacterie.

Vaak is er eerst een ontsteking in de neus of keel, door een virus. U wordt verkouden of krijgt keelpijn. Dit gaat vanzelf over.

Soms gaat de ontsteking verder, tot in de kleinere longbuisjes en de longblaasjes. Daar begint de longontsteking. De wand van de longbuisjes wordt dikker en er komt meer slijm in de longblaasjes. Daardoor kan er minder zuurstof naar uw bloed. U wordt dan benauwd.

Verschillende virussen kunnen een longontsteking geven: bijvoorbeeld het griepvirus of het coronavirus. Wanneer de longontsteking een paar dagen duurt, kunnen er bacteriën bij komen die de longontsteking erger maken.

Een longontsteking kan ook direct door bacteriën ontstaan, bijvoorbeeld door pneumokokken.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

De volgende adviezen zijn belangrijk bij een longontsteking:

  • Drink 1,5 tot 2 liter per dag (water of thee). Zeker als u koorts heeft.
  • Neem rust als u slap, zwak of moe bent.
  • Rook niet en vraag de mensen in uw omgeving om niet te roken.

Neem bij heftige pijn genoeg paracetamol op vaste tijden. Kijk bij pijnstillers hoeveel u mag nemen.

Hoestmiddelen en drankjes die u bij de drogist of apotheek kunt kopen, helpen niet tegen hoest of slijm. De longontsteking gaat er ook niet sneller van over.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Als u klachten heeft die misschien longontsteking zijn

Heeft u last van hoesten en wilt u weten of u naar de huisarts moet? Kijk dan bij hoesten.
Bent u ziek en denkt u dat u een longontsteking heeft? Bel dan uw huisarts.

Als u een longontsteking heeft

Heeft de huisarts u medicijnen (antibiotica) gegeven? Bel dan weer met uw huisarts:

  • als de klachten na 3 dagen nog niet minder zijn, of
  • als u de medicijnen slikt en toch zieker wordt

Bel direct de huisarts of huisartsenpost als u longontsteking heeft en daarbij 1 of meer van deze klachten:

  • U bent benauwd.
  • U ademt heel snel of moeilijk (ook als u rustig zit of ligt).
  • U stopt af en toe even met ademen.
  • U maakt een piepend geluid bij het ademen.
  • U bent suf.
  • U bent in de war.
  • U heeft koude rillingen.
  • U slikt al 2 tot 3 dagen medicijnen, maar de koorts wordt nog niet minder. Meet uw temperatuur via uw anus (poepgat).
  • U heeft koorts gehad, daarna 1 of meer dagen geen koorts, en daarna opnieuw koorts.
  • U hoest veel bloed op, bijvoorbeeld een lepel vol.
  • U hoest klonten bloed op.
Als u blijft hoesten na een longontsteking

Maak een afspraak bij de huisarts op werkdagen als u 1 of meer van deze dingen merkt:

  • als u na een longontsteking nog lang blijft hoesten
  • als u na een longontsteking soms nog een beetje bloed ophoest
  • als u afvalt (gewicht verliezen) zonder dat u daar moeite voor doet

Er is dan onderzoek nodig om te kijken of de hoest een andere oorzaak heeft.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Penicilline-antibiotica
Penicilline-antibiotica doden vele soorten bacteriën en hebben een goede opname in het lichaam. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei waardoor de bacterie afsterft. Voorbeeld is amoxicilline en piperacilline.

Bij sommige patiënten wordt de amoxicilline afgebroken door bacteriën zodat het zijn werking niet meer kan doen. Clavulaanzuur gaat dit tegen en verbetert zo het effect van amoxicilline. Voorbeeld is amoxicilline in combinatie met clavulaanzuur.

Ook piperacilline kan door bacteriën worden afgebroken, waardoor die minder goed werkt. Tazobactam gaat dit tegen en verbetert zo het effect van piperacilline. Voorbeeld is piperacilline met tazobactam.

Aminoglycoside-antibiotica
Aminoglycoside-antibiotica doden vele soorten bacteriën. Ze grijpen in op de eiwitaanmaak binnen de bacterie. Een bacterie kan zonder eiwitten niet verder groeien. Hierdoor sterft de bacterie. Een voorbeeld is gentamicine.

Carbapenem-antibiotica
Carbapenem-antibiotica doden vele soorten bacteriën. Ze remmen een eiwit dat belangrijk is voor de bacteriegroei. Hierdoor gaat de bacterie dood. Voorbeeld is meropenem.

Cefalosporine-antibiotica
Cefalosporine-antibiotica werken tegen bacteriële infecties. Ze remmen de groei van bacteriën en doden vele soorten bacteriën. Voorbeelden zijn cefaclor, cefalexine, cafazoline en ceftazidim.

Chinolon-antibiotica
Chinolon-antibiotica remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze blokkeren een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de bacteriegroei. Hierdoor kan de bacterie zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Voorbeelden zijn ciprofloxacine en ofloxacine.

Glycopeptide-antibiotica
Glycopeptide-antibiotica doden verschillende soorten bacteriën door de bouw van de bacteriewand te belemmeren. Hierdoor wordt de bacteriewand erg zwak en valt de cel uiteindelijk uit elkaar. Ze worden gebruikt bij een longontsteking door infecties met de MRSA-bacterie. De MRSA-bacterie is ongevoelig voor veel normale antibiotica, maar kan nog wel worden bestreden met glycopeptide-antibiotica. Voorbeelden zijn teicoplanine en vancomycine.

Macrolide-antibiotica
Macrolide-antibiotica remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze grijpen in op de eiwitaanmaak binnen de bacterie. Een bacterie kan zonder eiwitten niet verder groeien. Hierdoor sterft de bacterie.

Macrolide-antibiotica worden vooral gebruikt tegen bacteriën die ongevoelig zijn voor andere antibiotica of tegen infecties op plaatsen waar andere antibiotica niet goed doordringen en bij mensen die overgevoelig zijn voor penicillinen. Voorbeelden zijn azitromycine, claritromycine en erytromycine.

Sulfonamide-antibiotica
Sulfonamide-antibiotica doden vele soorten bacteriën. Ze dringen door in de bacterie en verhinderen de aanmaak van een stof die essentieel is voor de bacterie. Hierdoor sterft de bacterie. Voorbeeld is sulfamethoxazol in combinatie met trimethoprim.

Tetracycline-antibiotica
Tetracycline-antibiotica remmen de groei van vele soorten bacteriën. Ze remmen de eiwitaanmaak van de bacterie. Een bacterie die geen eiwit kan aanmaken kan zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af. Voorbeeld is doxycycline.

Fusidinezuur
Fusidinezuur remt de groei van verschillende bacteriën. Het belemmert bij de bacteriën de aanmaak van eiwitten. Zonder eiwitten kunnen bacteriën niet verder groeien. Het lichaam krijgt hierdoor de tijd om de bacteriën op te ruimen. Sommige bacteriesoorten sterven zelfs af.

Clindamycine
Clindamycine is een antibioticum dat de groei van vele soorten bacteriën remt. Het grijpt in op de eiwitaanmaak binnen de bacterie. Een bacterie kan zonder eiwitten niet verder groeien. Hierdoor sterft de bacterie. Clindamycine wordt vooral gebruikt tegen bacteriën die ongevoelig zijn voor andere antibiotica en bij mensen die overgevoelig zijn voor penicillines.

Linezolid
Linezolid verhindert dat de bacterie eiwitten aanmaakt. Een bacterie kan zonder eiwitten niet verder groeien en sterft af.

Pneumokokkenvaccin
Het pneumokokkenvaccin bevat onderdelen van pneumokokken-bacteriën. Een longontsteking kan door pneumokokkenbacteriën worden veroorzaakt. Na injectie van het pneumokkenvaccin maakt het lichaam afweerstoffen tegen de pneumokokkenbacteriën. Als het lichaam dan in aanraking komt met de levende pneumokokken kan het deze effectiever bestrijden. Het pneumokokkenvaccin is ook onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma voor kinderen.

Atovaquon
Atovaquon wordt gebruikt bij longontsteking die wordt veroorzaakt door de schimmel Pneumocystis jirovecii. Deze vorm van longontsteking komt bijna alleen voor bij mensen met een erg verminderde weerstand, zoals bij mensen die besmet zijn met hiv (virus dat aids veroorzaakt). Atovaquon verhindert dat de schimmel eiwitten aanmaakt. Een schimmel kan zonder eiwitten niet verder groeien en gaat dood.

Terug naar overzicht